Rondom De Sprengen 26 november 2024
In de column van vorige maand gaf ik wat bespiegelingen naar aanleiding van een foto van een regenboog boven het strand, met daaronder een paar mensen als stipjes aan de horizon. Met de kanttekening dat we maar nietige wezens zijn.
Eigenlijk wel een vreemd woord ‘nietig’. Het woordenboek (de Dikke Van Dale) verklaart: zonder (eeuwigheids)waarde, onbeduidend, van geringe betekenis. Heb ik de vorige keer een té groot accent gelegd op het nietige van de mens? Is het niet belangrijker om vooral ook het waardevolle van de mens te zien? Als we kijken naar ons leven, zijn we echt zo onbeduidend (geweest)?
Is de ene mens belangrijker dan de andere mens, door zijn of haar achtergrond? Ik denk heel zeker van niet. Soms worden familiegeschiedenissen opgetekend en uit die en andere verhalen kunnen we wel eens wat horen over onze voorouders. Via stambomen kunnen we deels inzicht krijgen in onze afkomst. Door het lezen van boeken kunnen we ons inbeelden hoe levens eruit zien en eruit gezien hebben en wat van betekenis is en is geweest. Ook worden steeds meer bewegende beelden gemaakt en bewaard. Er bestaan veel prachtige documentaires en tegenwoordig veel boeiende podcasts. Ook is er veel bewaard gebleven in histories van clubs, verenigingen en bedrijven. Veel dingen worden als noemenswaardig en waardevol gezien.
Wat bestempelen we vooral als waardevol? Zit dat in de bezieling waarmee mensen dingen ontdekt en vormgegeven hebben? Of zit het waardevolle vooral in het delen van lief en leed en het in stand houden van vriendschappen en samenwerkingsverbanden. In het telkens weer vinden van creatieve oplossingen en het zoeken naar verzoeningsmogelijkheden als er moeilijkheden zijn?
Als we straks gestorven zijn, hoe zal er dan over ons gepraat worden? Waar zijn we waardevol in geweest? Hoe willen we herinnerd worden? Hierbij enkele voorbeelden van ervaringen in ons uitvaartwerk met naasten bij het ophalen van waardevolle herinneringen, nadat iemand overleden is:
Zo kan ik nog wel even doorgaan met herinneringen aan wie weet aan wie allemaal nog meer. Duidelijk is, dat we ook weer niet zó onbeduidend zijn, maar dat we waardevol zijn. Ook al is dat lastig van onszelf te zeggen en ook al hebben we vaak twijfels over de waarde van onszelf. Zouden we niet, zonder zelfingenomenheid, af en toe tegen anderen en onszelf stiekem kunnen zeggen dat we waardevol zijn? Zou dat soms een ander en onszelf niet een beetje kunnen optillen? Als we dood zijn gegaan, is het té laat.