Rondom De Sprengen 28 januari 2025
In deel 1 van deze column op 24 december vorig jaar, besprak ik de moeilijkheid, na het overlijden van een dierbare, om dan in een afscheidsbijeenkomst een eerlijke totaalindruk te geven van het leven van de overleden persoon. Wie was hij of zij, wat was het ware gezicht van deze mens? Een mens heeft vaak veel gezichten, door lief en leed gevormd. Met zonnige kanten, maar ook met schaduwkanten. Hoe doe je recht aan hoe iemand werkelijk was, zonder te overdrijven in het positieve, zoals in de titel gesteld wordt ‘Over de doden niets dan goeds’.
Ook verwees ik in deel 1, naar de TV-serie Oogappels (aflevering 5, 13 november 2024) waarin Carola, in de rol van uitvaartbegeleidster, een vrouw hulp biedt om een speech te maken over haar overleden vader voor de afscheidsbijeenkomst in het crematorium. Aanvankelijk wilde de vrouw de speech niet door laten gaan omdat de herinneringen aan haar vader niet altijd zo rooskleurig zijn. Ze zei daarover: “Ik ga niet doen alsof hij het zonnetje in huis was, dat voelt enorm hypocriet.” Haar moeder is vervolgens bang dat er dan niemand zal spreken.
De dochter komt er, met hulp van Carola, uiteindelijk toch uit. Haar speech op de uitvaartdag in de aula van het crematorium luidde als volgt:
“Mijn vader was een man van de oude stempel, hard werken, niet zeuren en goed zorgen voor je gezin. En dat heeft hij gedaan, trouw en toegewijd. Hij was ook iemand die slecht uit de voeten kon met zijn emoties, dus hij had het niet altijd makkelijk in een huishouden met 2 vrouwen. Bijvoorbeeld als mijn moeder en ik verdrietig waren, dan vertrok hij naar de schuur om te sleutelen aan zijn auto. Ik heb mijn vader af en toe gemist als ik troost nodig had en ik heb hem kwalijk genomen dat hij er niet meer kon zijn voor m’n moeder, zeker in de periode dat ze het zwaar had na het overlijden van haar eigen ouders. Maar gelukkig zijn we de laatste jaren wat meer tot elkaar gekomen.”
“De komst van zijn 2 kleinkinderen verzachtte hem op een manier die ik van tevoren niet had kunnen voorzien. Alsof hij tegen hen wel kon zeggen, wat hij tegen mij en mijn moeder niet kon zeggen. Het leek erop dat hij zich door de komst van zijn twee kleinkinderen, op een bijzondere manier leerde te verzoenen met het leven.”
“Dus, dag bijzondere, niet altijd even makkelijke papa. Dankjewel voor alles, voor je zorg, je aandacht. Je hoeft nu niet meer te werken en je kunt nu uit gaan rusten.”