Rondom De Sprengen 28 november 2023
In de column van vorige maand schreef ik erover. Dat aan het einde van iemands leven gezegd kan worden “Het is goed zo”. En dat je dat met veel moeite kunt uitspreken, wanneer het overlijden van je dierbare voor je gevoel té vroeg of zeer plots kwam of op té jonge leeftijd. Dat het overlijden van een dierbare voor jou, of het nu verwacht of onverwacht kwam, soms een langzaam proces van acceptatie is. Een proces van pijn en verdriet, van moeten missen, van heen en weer tussen dankbaarheid voor wat was, en boosheid dat het zo gelopen is.
Vaak hebben we moeite met ‘lastige’ gevoelens als boosheid, verdriet, pijn en gemis. Ook ‘opluchting’ kan zo’n lastig gevoel zijn. Mag ik me opgelucht voelen, als er aan een korte of lange lijdensweg en alle mantelzorg daar omheen een einde gekomen is aan het leven van je dierbare? Ja dat mag! Dat je je dierbare rust gunt en kunt zeggen “rust zacht” en je zelf ook een beetje tot rust mag komen. Ook al had je misschien graag nog wat langer ‘gezorgd’, want dan was hij of zij er tenminste nog.
Wat zeg je samengevat nog meer na een overlijden naast “Het is goed zo?” In overlijdensadvertenties wordt vaak genoemd dat er veel dankbare herinneringen zijn en dat de naasten trots zijn op hoe de dierbare overledene geleefd heeft en aan het eind van een afscheidsbijeenkomst of een kerkdienst zeggen de naasten vaak ontroerd, wat in het gewone dagelijkse leven niet vaak gezegd wordt, “Ik hou van je”.
Ik wilde deze column eerst de titel meegeven “Ik hou van je”. Maar ik had te veel schroom om dat te doen: “Dat zeg je toch niet zomaar tegen iemand of over iemand, laat staan dat je dat onverholen als titel van je column gebruikt?”. Of kan dat wel, omdat als je dat zegt, je eigenlijk hetzelfde zegt als “Ik mis je zo?” En wat je dan mist kan heel veel zijn, alles waar je van gehouden hebt, vul maar in…
Ik heb besloten om de column van volgende maand de titel mee te geven ‘Ik hou van je’. Dan kunnen we er al wat over nadenken, dan ben u vast voorbereid.